Bijendans (Informatie en communicatie)
Bijentaal = Beemail van de bijen, ze waren er veel eerder mee bezig dan wij met onze @mail!
Prof. Dr. Karl van Frisch(1886-1982) was de grote ontdekker van de bijendans. In 1973 ontving hij samen met Prof. Tinbergen en Prof. Lorenz de Nobelprijs voor fysiologie.
De bijendans informeert de bijen d.m.v. een drietal dansfiguren op de raat in de bijenwoning andere vliegbijen waar voedselbronnen gevonden zijn, en wordt informatie verstrekt over de geur van de bloemen, de smaak van de meegevoerde nectar en stuifmeel, de afstand tot de voedselbron en bij de kwispeldans ook de richting

De rondedans.
Bij afstanden onder de 50m vanaf de bijenkast, voeren de bijen een rondedans uit, een cirkelvormige beweging op de raten. Het is echter geen volledige cirkel: als de cirkel bijna rond is keert de bij op haar stappen terug. De andere werksters in de kast beginnen nieuwsgierig de dansende bij te volgen. Uit geduldig onderzoek bleek dat de dansende bij hiermee wil zeggen: “Er is voedsel te vinden dicht bij onze kast.” De andere bijen trekken er dan onmiddellijk op uit maken een spiraalvormige vlucht, altijd maar verder van de kast tot ze op de voedselbron stuiten.

Sikkeldans.
De sikkeldans van de Italiaanse bij treedt op wanneer de bron zich op middelmatige afstand bevindt: dus NIET dichtbij maar toch binnen een straal van 50 m. De CARNICA bij kent deze dans niet en begint haar kwispeldans bij afstanden van ongeveer 300 m terwijl de LIGUSTICA er reeds mee start bij afstanden groter dan 50m.
Kwispeldans.
Vastgesteld is, dat de richting van het platte stuk van de ‘acht’ verandert. Na veel geduld en zoekwerk kwam men erachter dat de richting kast-zon voor de bijen op een verticale raat betekent: zon bovenaan de raat, kast onderaan de raat.
De afwijkingshoek tussen die denkbeeldige verticale lijn en het platte stuk van de ‘acht’ is dezelfde hoek die de andere bijen moeten volgen om de voedselbron te vinden.
De bij die het voedsel ontdekt heeft, loopt op de raat een stukje rechtuit, al kwispelend met het achterlijf en maakt daarna twee halve kringen in de vorm van een acht. De rechte lijn geeft de richting van het voedsel aan ten opzichte van de zonnestand. De snelheid waarmee de bij danst geeft aan hoe ver het voedsel van de woning af is.
Het aantal dansen per minuut geeft de afstand aan; b.v. 35 dansen per minuut ± 200 m van de kast, en 16 dansen per minuut ± 1200 m van de kast.
Vaak laat de bij ook een geur achter bij de voedselbron om het vinden voor de andere bijen gemakkelijker te maken.
Dit noemen we het ‘merken’ van een plaats.

