De eerste handelingen:![]() Om pollen van honingmonsters te bekijken hebben we buiten een microscoop ook een preparaat nodig waar de pollen op zijn aangebracht. Om deze pollen zichtbaar te maken gaan we als volgt te werk; We nemen 10 gram van de te onderzoeken honing, dat komt overeen met ca. 7,5ml.(afhankelijk van vochtgehalte en S.M. Dat is van honing tussen de 1,3 en 1,4) De honing wordt in een sediments-, Greiner- of bezinkbuisje gedaan en voegen daar 40 ml demiwater aan toe, en laten dat 24 uur staan. Hierna wordt dit afgegoten en wordt wederom met 40ml demiwater bijgevuld. Na schudden blijft ook dit minimaal 12 uur staan. Hierbij zullen de pollen worden afgescheiden en verzamelen zich onder in de buis. Na het wederom afgieten blijft een klein deel achter, het sediment wordt dan met een pipetbuisje op het objectglaasje aangebracht. Na droging worden twee kleuren -warme (ca 40°C)-glycerine toegevoegd. Rood rechts en kleurloos links. Beide worden afgedekt met een objectglaasje. Het glaasje direct voorzien van codering of etiket. ![]() Om preparaatglaasjes langer “houdbaar” te houden kan dat worden afgelakt met o.a. blanke nagellak. Rondom het objectglaasje een laagje lak aanbrengen. | De werkzaamheden in beeld gebracht!![]() De bezinkbuisjes worden gevuld met 10 gram honing ![]() Monsterpotje en Greinerbuisje ![]() Grienerbuisje gevuld met 10 gram honing ![]() Buisjes worden met demiwater gevuld ![]() Spuitflesje voor het vullen van de buisjes ![]() De bezink- of Greinerbuisjes zijn gevuld nu schudden tot alle kristallen zijn opgelost ![]() De buisjes zijn na het afgieten voor de tweede maal gevuld ![]() De objectglaasjes liggen gereed om het sediment er op aan te brengen. Codering vooraf aanbrengen met de gegevens betrekking hebbende op het te onderzoeken bemonstering. ![]() Sediment wordt op de objectglaasjes aangebracht |