Een korf is vervaardigd van stro of bentgras (bunte of pijpestro) en bindmaterialen.
Het stro is meestal lang en dun roggestro, geen machinestro, als bindmateriaal wordt gebruik gemaakt van braamstengels, wilgebast, rotan of dennewortelbast. Voor het spijlen van de koven werd gebruik gemaakt van sporkehout of vuilboom. Deze houtsoort is ongevoelig voor houtworm. Het spijlen is een nauwkeurig werkje en bestaat uit het aanbrengen van 5 spijlen bovenin en 2×3 spijlen dwars geplaatst tussen vlieggat en kop.
De afmetingen en vormen van de korven zijn zeer verschillend.
In het noorden meestal met een bredere kop. in Gelderland en Brabant meestal met 1 vlieggat en in het noorden vaak uitgevoerd met 2 vlieggaten. het bovenste vlieggat in de 7e of 8e band, het tweede vlieggat 5 banden lager, daaronder nog 4 tot 5 randen. De onderste rand en de vlieggaten zijn dubbel omvlochten.
Hoogte ca 40 cm,
Wijdte onderste rand ca 37 cm,
Inhoud ca 40 liter,
Gewicht 7 tot 10 pond,
Plaats voor 9 a 10 raten.
Korven dient men voor het bevolken te voorzien van z.g. kopspijlen met voorbouw, anders bestaat kans op warbouw. Ook kan men in de kop van de korf voorbouw aanbrengen door stukken oude raat in een mengsel van 1 dl hars en 2 dl was te dopen en deze in de kop vast te drukken.
Bij het gebruik van z.g korfkasten werden de randen ingesmeerd met reuzel of een mengsel van was en honing om het vastkitten van de ramen te voorkomen.
Het vervoer van korven in de jaren 1930 ging vaak nog per fiets. Bekijk het plaatje.
Voor meer korven informatie en vermeldingen lees dan verder op de pagina van Imkerpedia.
Definitie van een bijenkast:
Een bijenkast is (meestal) een houten kast, bestaande uit één of meer randen.
In de bodem bevindt zich een afsluitbare opening waardoor de bijen in en uit kunnen vliegen.
In de randen hangen de raampjes evenwijdig aan elkaar.